Schelp
Schelp slank kegelvormig tot zwak spoelvormig, met breed afgeronde top. Er zijn ongeveer vijf omgangen, die van bol overgaan in enigszins afgevlakt (de laatste twee à drie), en daarbij door een diepe sutuur gescheiden blijven. Schelp zijdeachtig glanzend; de lege exemplaren zijn wittig van kleur. Mondopening min of meer ovaal, bovenaan breed afgerond. Mondrand iets verdikt; pariëtale kant kort aan de voorlaatste winding gehecht en niet duidelijk van de columellaire kant te scheiden. Navel nauw.
Operculum dun, met een spiraaltekening van enkele omgangen, licht hoornkleurig (Boettger 1963).
Afmetingen: hoogte tot 2,4 mm, breedte tot 1,0 mm.
Opmerking
Het genus Bythiospeum staat model voor een onoverzichtelijke vormenrijkdom, waarin vooralsnog weinig of geen structuur aangebracht kon worden. De uit ons land sinds kort bekende exemplaren blijken uitzonderlijk goed overeen te komen met materiaal van een uit Duitsland bekende populatie, die de basis vormde voor de beschrijving van een aparte soort.
Bron
Auteur(s)
Vries, J.N. de, Velde, G. van der, Meijer, T., Kuiper, J.G.J., Kuijper, W.J., Janssen, A.W., Gittenberger, E.
Publicatie
- Gittenberger, E., A.W. Janssen, W.J. Kuijper, J.G.J. Kuiper, T. Meijer, G. van der Velde & J.N. de Vries 1998. De Nederlandse zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2: 1-288. Nationaal Natuurhistorisch Museum, Naturalis, Nederland.