Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | zoet |
Referentie | Bedreigde en verdwenen land- en zoetwatermollusken in Nederland (Mollusca) |
Expert | Bank, R. |
Recente verspreiding
De eerste melding voor Nederland stamt van Schepman (1874). Na een periode van grote bloei is de soort de laatste tientallen jaren weer (aanzienlijk) zeldzamer geworden, vermoedelijk onder invloed van waterverontreiniging. Niet bekend uit Zeeland, Zuid-Limburg en van Noord-Holland ten noorden van het IJ en de Waddeneilanden.
Areaal
De soort is afkomstig uit het westelijke Zwarte-Zeegebied. In de 19e eeuw is L. naticoides in Noordwest-Europa terecht gekomen, na het graven van een kanaal dat de stroomgebieden van Donau en Rijn met elkaar verbindt.
Fossiel voorkomen
Niet uit onze bodem bekend. Zie ook bij L. jahni. Door vroegere auteurs (O.A. Tesch 1944) gemeld uit het Vroeg-Pleistoceen. Het is echter gebleken dat dit fossiele materiaal niet tot L. naticoides gerekend kan worden (Meijer 1989), maar tot L. jahni behoort.
Behalve schelpen werden ook (kalkige!) opercula als fossiel vermeld. Lithoglyphus bezit echter een hoornig operculum dat normaal niet fossiliseert. De meldingen zijn gebaseerd op het algemene optreden in vroeg-pleistocene afzettingen van losse kalkige opercula met een paucispirale opbouw in afzettingen waarin ook (eveneens losse) schelpen van Lithoglyphus voorkwamen. Pas na de vondst in Bavel van deze opercula in huisjes van Parafossarulus crassitesta werd duidelijk dat ze tot die soort behoren.
Bron
Auteur(s)
Vries, J.N. de, Velde, G. van der, Meijer, T., Kuiper, J.G.J., Kuijper, W.J., Janssen, A.W., Gittenberger, E.
Publicatie
- Gittenberger, E., A.W. Janssen, W.J. Kuijper, J.G.J. Kuiper, T. Meijer, G. van der Velde & J.N. de Vries 1998. De Nederlandse zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2: 1-288. Nationaal Natuurhistorisch Museum, Naturalis, Nederland.