Herkenning Sterk zijdelings afgeplatte en langwerpig bodemvis. Eén enkele rugvin. Lichte flanken met een rij regelmatige donkere vlekken. Zeer kleine, onderstandige bek met zes bekdraden. Tot 18 cm.
Biotoop In sloten, vaarten, kanalen, beken, plassen en meren. Voorkeur voor stilstaand tot langzaam stromend water met waterplanten.
Seizoen Paaitijd april – juli (4 mnd.).