Overslaan en naar de inhoud gaan

Baardvleermuis Myotis mystacinus

Foto: Paul Van Hoof

Indeling

Myotis [genus] (8/6)
mystacinus [soort]

Herkenning

De baardvleermuis heeft een lichte, grijzige buikvacht en een donkerbruine tot geelbruine rugvacht. De snuit en de onderarmen zijn donkerbruin tot zwart. De oren van de baardvleermuis zijn kort, donkerbruin en relatief spits uitlopend. De tragus  (oorklepje) van de baardvleermuis reikt bijna tot de helft van het oor en heeft een spitse punt.

De baardvleermuis en brandts vleermuis zijn niet of zeer moeilijk van elkaar te onderscheiden. Beide soorten zijn alleen op grond van gebitskenmerken en bij mannetjes aan de vorm van de penis met zekerheid van elkaar te onderscheiden.

Voorkomen

De baardvleermuis komt in heel Nederland voor, maar wordt in de zomer weinig aangetroffen. In de winter wordt hij echter vrijwel overal in Nederland gevonden, met (in vergelijking tot andere soorten) redelijk grote aantallen.

Baardvleermuizen worden vooral aangetroffen in bossen, aan bosranden en in kleinschalige gesloten landschappen. Daarbij jagen ze vooral in open ruimtes, zoals paden, beken, open plekken en langs houtwallen. Meer dan de andere soorten jaagt hij ook in of bij naaldbos.

 

Zie voor meer informatie: www.vleermuis.net.