Herkenning

De gewone dwergvleermuis lijkt sterk op de kleine en ruige dwergvleermuis. Hij past met ingevouwen vleugels in een klein luciferdoosje. De rug is donker- tot roodbruin en de buik is slechts iets lichter dan de rug. De snuit is donkerbruin tot zwart en meestal duidelijk donkerder dan de kleur van de aangrenzende vacht op de kop. De oren zijn relatief klein.

Voorkomen

De gewone dwergvleermuis is de meest algemene soort in Nederland en kan overal worden aangetroffen, tot middenin grote steden aan toe. Ze jagen in gesloten tot halfopen landschap. Gewone dwergvleermuizen jagen in de beschutting van opgaande elementen in groene bebouwde omgeving, langs kanalen, vaarten, in tuinen en parken met vijvers, in lanen, tussen boomkruinen, boven open plekken in bos, langs de bosrand (vooral oude voedselrijke loofbossen), straatlantaarns, in en langs lanen, bomenrijen, singels, houtwallen en holle wegen. Waterpartijen en beschutte oevers zijn favoriet als jachtgebied.

Zie voor meer informatie: www.vleermuis.net.