Overslaan en naar de inhoud gaan

Alpengierzwaluw Apus melba

Indeling

Apodidae [familie]
Apus [genus] (6/1)
melba [soort]

Herkenning
22 cm. Als een enorme gierzwaluw met witte buik. Witte keel op afstand vaak moeilijk te zien. Verenkleed lichter bruin dan van gierzwaluw. Lijkt in vlucht wel wat op boomvalk. Heeft zeer snelle krachtige vlucht. Meestal in groepen, maar in de bergen vaak alleen of met z'n tweeën.

Verspreiding en voorkomen
Komt voor in Zuid-Europa van Portugal tot Turkije en langs de noordelijke kust van Marokko, Algerije en Tunesië. Ook in grote delen van West-Azië, zuidelijk Afrika, Oost-Afrika, West-Afrika, en westelijk India. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voornamelijk voor in gebergte, maar in afgelegen gebieden en bij steden ook wel aan de voet van gebergte. Komt ook voor bij kliffen aan zee. Legt per dag nog grotere afstanden af dan gierzwaluw.

Voedsel
Vliegende insecten en zwevende spinnen.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3, soms 2, zelden 1-4. Langwerpig. Glad maar niet glanzend. Wit. Formaat 31,1 x 19,3 mm.

Geluiden
Groepen maken een lange, stijgende en dalende triller. Heeft ook kort 'skrie'.

Publicatie