Overslaan en naar de inhoud gaan

Kortbekzeekoet Uria lomvia

Foto: Wijnand van Buuren

Indeling

Alcidae [familie]
Uria [genus] (2/0)
lomvia [soort]

Herkenning
42 cm. Iets groter dan zeekoet, met nog vollere borst en kortere en dikkere snavel. Snavel met witte streep op rand van bovensnavel, maar een bleke snavelstreep komt ook voor bij zeekoet. Lijkt in zomerkleed erg op zeekoet, maar flanken wit en het wit op de borst vormt een punt in de bruine keel. Koppatroon in winterkleed lijkt meer op alk dan op zeekoet, met ook de wangen tamelijk donker (maar let op ruiende zeekoeten).

Verspreiding en voorkomen
Broedt op arctische eilanden en kusten. Overwintert op de noordelijke Atlantische en Grote Oceaan. Standvogel op de Aleoeten, IJsland, delen van West-Groenland en Noord-Scandinavië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Broedt in zijn leefgebied op steile rotskusten. Overwintert op zee.

Voedsel
Voornamelijk vis, maar ook wel ongewervelde dieren.

Eieren
Aantal eieren in legsel slechts 1. Groot en peervormig. Oppervlakte korrelig en geruwd, niet glanzend. Zeer verschillend. Grondkleur in nuances van wit, crème, geelbruin, roodachtig, groenachtig of blauw. Bezet met geelbruine, bruine, violette of zwarte spikkels, stippen, vlekken, streepjes en krabbels. Formaat 80,2 x 50,0 mm.

Geluiden
Alleen in broedkolonies een grommende roep als zeekoet.

Publicatie