Overslaan en naar de inhoud gaan

Kluut Recurvirostra avosetta

Foto: Louis Westgeest

Indeling

avosetta [soort]

Herkenning
43 cm. Overwegend wit verenkleed met scherpe zwarte tekening, de opvallende omhooggebogen snavel en de lange blauwe poten maken de Kluut onmiskenbaar. Juvenielen hebben bruinige tekening op bovenzijde. In vlucht steken poten voorbij de staart uit. Fourageert lopend in modder en ondiep water met heen en weer zwaaiende bewegingen van de kop. Kan goed zwemmen. Broedt in kolonies, meestal op zanderige vlaktes, moerassige weilanden, opspuitterreinen, etc., meestal nabij water (ook brak en zout).

Verspreiding en voorkomen
Broedt in kleine delen van Europa, van het Zwarte Meer tot China en Mongolië. Is trekvogel. In Nederland vrij talrijke broedvogel, wegtrekkend, doortrekker en wintergast in vrij groot aantal.

Biotopen
In broedseizoen aan moddervlaktes, zowel aan kust als in binnenland. Buiten broedseizoen aan allerlei ondiep open water met modderige bodem.

Voedsel
Allerlei ongewervelden (wormen, kreeftachtigen, insecten). Foerageert zowel door met behulp van gezichtsvermogen prooien op te pikken als door op de tast prooi te vangen door met punt van de snavel door bovenste modderlaag te zwaaien.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, soms 3-5, zelden minder. Buikig tot ovaal. Glad, maar niet glanzend of met geringe glans. Licht bruinachtig-geelbruin, zeer verschillend getekend maar meestal met verspreide kleine zwarte stippen en vlekken, en zeldzamer enige grijze vlekken. Lijken veel op die van steltkluut. Formaat 50,6 x 35,1 mm.

Geluiden
Melodieus 'kliep' of 'kluut'.

Publicatie