Voedsel
Voornamelijk ongewervelden als insecten en wormen. Foerageert door pikken of boren, onder andere afhankelijk van het substraat.
Eieren
Aantal eieren in legsel normaal 4, soms 2-6. Ovaal tot kort peervormig. Glad en licht glanzend. Licht tot zeer licht olijfkleurig of groenachtig, of blauwgroen. Donkerbruin, olijfbruin en soms licht violet-grijs gevlekt en gespikkeld. Tekening zeer wisselend. Kleine vlekken eerder talrijk, grote vlekken schaars. Tekening aan de stompe pool meer geconcentreerd, kapvormig mogelijk. Grotere tekens vaak schuinstaand en langwerpig. Formaat 34,8 x 24,8 mm.
Publicaties
- Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]
- Harrison, C. & Taapken, J. 1977. Elseviers broedvogelgids: nesten, eieren en jongen van alle in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten broedende vogels. Elsevier.