Overslaan en naar de inhoud gaan

Temmincks strandloper Calidris temminckii

Foto: Kees Venneker

Indeling

Scolopacidae [familie]
Calidris [genus] (20/1)
temminckii [soort]

Herkenning
14 cm. Lijkt wat op kleine strandloper, maar in zomerkleed grijsbruine bovendelen (zonder roestrode kleur) en meer egale, grijze borst in plaats van witte borst; poten bruinig of groenig, nooit zwart (maar kunnen met modder bedekt zijn). Geluid, habitat en gedrag anders. Buitenste staartpennen, zichtbaar bij opvliegen, wit, niet grijs als bij kleine strandloper. Enigszins ineengedoken, beweegt zich bedaarder voort dan kleine strandloper. Vlucht met snelle wendingen, als kleine strandloper, maar vliegt recht omhoog bij verstoring. In winterkleed nog grijzer en egaler gekleurd. Juveniel heeft in nazomer olijfgrijze geschubde bovendelen.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Noord-Scandinavië en Noord-Rusland. Trekt in de winter naar kleine gebieden rondom de Middellandse Zee, de Nijl, Afrika van Mauritanië en Liberia tot Jemen en Kenia en naar Zuid- en Zuidoost-Azië. In Nederland een doortrekker in zeer klein aantal.

Biotopen
Voornamelijk in het binnenland bij zoet water, langs slikranden en oevers, en op plasdrasgebieden. Niet op het wad.

Voedsel
Ongewervelden, die meest vanaf oppervlak worden opgepikt.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, soms 3. Ovaal tot peervormig. Glad en zwak glanzend. Lijken erg op die van de kleine strandloper, maar de grondkleur is vaak lichter groenachtig-olijf, en hebben zelden zwarte vlekken. Formaat 28,0 x 20,4 mm.

Geluiden
Zang op en neer gaande triller, zowel in baltsvlucht met trillende vleugels als op de grond. Roep kort enkelvoudig trillertje 'tirrr', lijkt niet op roep van kleine strandloper.

Publicatie