Overslaan en naar de inhoud gaan

Kleine mantelmeeuw Larus fuscus

Foto: Wijnand van Buuren

Indeling

Larus [genus]
(15 soorten in totaal / 5 gevestigd)
fuscus [soort] (3/2)

Herkenning
54 cm. Veel kleiner dan Grote Mantelmeeuw; van deze te onderscheiden door gele poten (maar 's winters vaak minder helder geel) en formaat. Mantel en vleugels leigrijs (ondersoort graellsii) tot bijna zwart (fuscus); overigens wit. Snavel geel met rode vlek op gonys. Baltische Mantelmeeuw L. f. fuscus uit Baltische gebied verschilt naast donkerdere bovendelen (nauwelijks contrast tussen mantel en handpennen) ook door kleiner postuur, langere vleugel, slankere snavel, ruipatroon, fourageer- en broedgedrag van Kleine Mantelmeeuw. Winterkleed grotendeels gelijk, maar met enkele donkere strepen op de kop. Juveniel moeilijk te onderscheiden van juveniele Zilvermeeuw, maar vaak donkerder. Bovendelen 'geschubd' en donker roestbruin, onderdelen iets lichter, in rust vleugelpunten en staart vrijwel zwart. Snavel zwartachtig, poten bruin. In vlucht makkelijker te herkennen door zwarte subterminale staartband en twee zwarte vleugelstrepen op binnenvleugel (juveniele Zilvermeeuw heeft bleke binnenste handpennen).

Verspreiding en voorkomen
Komt voor in IJsland, Verenigd Koninkrijk, Noord- en West-Europa en Noord-Rusland. In Nederland zeer talrijke broedvogel, wegtrekkend, doortrekker en wintergast in zeer groot aantal.

Biotopen
Broedt vooral in kustgebieden zoals duinen, strandvlakten, kwelders, schorren en dijken, steeds vaker ook in graslanden met veel water.

Voedsel
Zeer gevarieerd; alle soorten plantaardig en dierlijk materiaal.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3, soms 1 of 2. Buikig. Glad, niet glanzend en met een zeer fijn korrelig oppervlak. Licht olijf-geelbruin, olijf, groen of geelbruin, zelden zeer licht groenachtig-blauw, soms diep geelbruin of olijfkleurig. Zwartachtig-bruine, zwarte olijfbruine en olijfkleurige vlekken, spikkels en stippen en zelden met korte onregelmatige strepen en krabbels. Met zwakke grijze of blauwgrijze tekens. Tekens goed over de schaal verspreid, zelden in een zone rond de stompe pool. Formaat 67,6 x 47 mm.

Geluiden
Meest roepen gelijk aan die van Zilvermeeuw, maar lager en luider. Meestal zwijgzaam, maar groepen luidruchtig. Vaak gehoorde lange roep bestaat uit verschillende korte 'ga' geluiden, gevolgd door een lachend 'kyowkyowkyow'.

Publicatie