Voedsel
In de broedtijd voornamelijk insecten, op de grond of in de vlucht gevangen, en wat plantaardig voedsel; overigens voornamelijk vis (vaak op sternachtige manier uit het water opgepikt) en ongewervelde zeedieren.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3, soms 2, zelden 4-5. Buikig. Glad en enigszins glanzend. Licht olijfgroen, olijf of geelbruin, soms zeer licht groenachtig of crèmeachtig. Geelbruine eieren zijn meestal het donkerst. Fijn en verschillend getekend met met spikkels, stippels en meestal kleine vlekken, van zwart, zwartachtig-bruin of olijf en met lichtere nuances van grijs. Tekens soms overal, maar vaak schaars met een dichtere zone rond de stompe pool. Vlekken soms groot en geconcentreerd aan de stompe pool. Formaat 41,5 x 30,1 mm.
Publicaties
- Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]
- Harrison, C. & Taapken, J. 1977. Elseviers broedvogelgids: nesten, eieren en jongen van alle in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten broedende vogels. Elsevier.