Overslaan en naar de inhoud gaan

Ross' meeuw Rhodostethia rosea

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Laridae [familie]
Rhodostethia [genus] (1/0)
rosea [soort]

Herkenning
29-31 cm. Kleine meeuw met lange vleugels, ronde kop, korte snavel en wigvormige staart. Adulten hebben roze onderdelen, brede witte achterrand op vleugel en grijze ondervleugel. Heeft in zomerkleed karakteristieke smalle zwarte nekband. 's Winters bleekgrijs op achterkop met langwerpige zwarte oogvlek. Juveniel lijkt op juveniele dwergmeeuw, maar heeft witte driehoekige vlek op binnenste handpennen en anders gevormde staart.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in een deel van Noord-Siberië en in Oost- en West-Groenland. Overwintert op zee tussen Alaska en Oost-Siberië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor op arctische toendra tot aan de boreale taigazone.

Voedsel
Aan de oppervlakte levende ongewervelden en kleine visjes. In het broedgebied ook insecten.

Eieren
Aantal eieren in legsel normaal 3. Buikig, ronder dan andere meeuwensoorten. Donker olijfgroen. Met grote en kleinere donkere vlekken.

Geluiden
Meestal zwijgzaam, maar soms 'kwa' en bij alarm 'kik kik kik'.

Publicatie