Overslaan en naar de inhoud gaan

Reuzenstern Hydroprogne caspia

Foto: Kees Venneker

Indeling

Laridae [familie]
Hydroprogne [genus] (1/0)
caspia [soort]

Herkenning
50 cm. Grootste stern, ongeveer zo groot als zilvermeeuw. Makkelijk herkenbaar aan enorme rode snavel en zwarte gekuifde kopkap. Ondersnavel met zwarte vlek bij punt. Bovenvleugels en rug grijs, rest van verenkleed wit. Onderzijde van handpennen zwart. Staart ondiep gevorkt, poten zwart. Juveniel heeft vuiloranje snavel, vuilrode of donkere poten, donkerbruine kopkap en zwaar bruin gebandeerde bovendelen. Zware vlucht met rustige vleugelslagen, als een grote meeuw. Wordt vaak op zand- of modderbanken gezien tussen kok- en andere kleine meeuwen. Foerageert evenals de meeste andere sterns door naar vis te duiken vanuit de lucht.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel in kleine gebieden in Noord-Amerika, kustgebieden aan de Oostzee, in zuidelijk Oekraïne, delen van Centraal-Azië en noordwestelijk Oost-Azië. Wintergast in Midden-Amerika, delen van Afrika, India en Zuidoost-China. Standvogel in kleine gebieden in West-Afrika en in Madagaskar, Afghanistan, Pakistan, Oost-China en Oceanië. In Nederland een doortrekker in uiterst klein aantal.

Biotopen
Voornamelijk kustgebonden, ook bij grote meren en plassen in binnenland.

Voedsel
Voornamelijk vis, maar ook af en toe ongewervelden.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 2-3, zelden 1. Buikig. Glad, niet glanzend of zwak glanzend; soms met een fijne korrelige of geruwde oppervlakte. Licht crèmekleurig tot crèmeachtig-geelbruin. Bezet met zwarte, olijfkleurige, bruine en lichtgrijze spikkels, stippen en tamelijk kleine vlekken. de tekens zijn betrekkelijk klein, meestal fijn en gelijkmatig verdeeld. Zelden enkele onregelmatige grote vlekken, soms aan of rond de stompe pool. Formaat 64,0 x 44,5 mm.

Geluiden
Rauw kraaiachtig 'kraaah'. Bedelende juvenielen hebben hoog fluitend 'whiii'.

Publicatie