Overslaan en naar de inhoud gaan

Noordse stern Sterna paradisaea

Foto: Kees Venneker

Indeling

Laridae [familie]
Sterna [genus] (6/3)
paradisaea [soort]

Voedsel
Vis en kreeftachtigen, in het broedseizoen ook insecten.

Eieren
Eieren in legsel meestal 1-2, zelden 3. Buikig. Glad, niet glanzend. Licht crème, of geelachtig, geelbruin of olijf getint, of zo nu en dan dieper olijfkleurig of geelbruin. Gepikkeld en gevlekt, of soms met korte streepjes en krabbels in zwartbruin, zwart, donkerbruin of olijf, en lichtere nuances van grijs. Tekens zeer verschillend, vaak fijn en enigszins overvloedig, soms schaarser. Soms een concentratie van vlekken aan de stompe pool. Formaat 44,1 x 30,1 mm.

 

Publicatie

  • Harrison, C. & Taapken, J. 1977. Elseviers broedvogelgids: nesten, eieren en jongen van alle in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten broedende vogels. Elsevier.