Overslaan en naar de inhoud gaan

Fuut Podiceps cristatus

Foto: Marion Haarsma

Indeling

Podicipedidae [familie]
Podiceps [genus] (4/3)
cristatus [soort]

Herkenning
48 cm. Grootste fuut. Makkelijk te herkennen door zwartbruine oorpluimen en in broedkleed door kastanjebruine en zwarte, uitzetbare, kraag. Lijkt staartloos, met slanke nek, grijsbruine bovendelen en glanzende satijnwitte onderdelen. 's Winters zonder kraag; kop lijkt dan wit met donkere kruin en witte streep boven oog. Juveniel met zwart-wit gestreepte nek en kop, zonder oorpluimen en kraag. In winter- en juvenielkleed met roze snavel. Vliegt laag over water; in vlucht tonen vleugels veel wit. Heeft ingewikkeld baltsritueel. Drijvend nest verankerd aan riet, twijgen etc.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in een gebied van Noord- en Oost-Europa tot Rusland en Mongolië. Is gedeeltelijk trekvogel. In Nederland vrij talrijke broedvogel, gedeeltelijk wegtrekkend, wintergast in vrij groot aantal.

Biotopen
In broedtijd op meren, plassen, rustige riviergedeelten; ook in stadsparken en grachten.

Voedsel
Vangt vis door tot 4 m diepte te duiken; grotere prooien worden naar boven gebracht en in hun geheel ingeslikt, kop eerst. Eet ook ongewervelde waterdieren.

Eieren
Aantal eieren in legsel normaal 4, soms 3-6. Langwerpig elliptisch tot buikig met opvallende langwerpig ovale punten. Glad maar niet glanzend, in het begin wit met groene of blauwe tint, later vuil lichtbruin. Formaat 54,8 x 36,7 mm. Gewicht 42 g.

Geluiden
Een luid, blaffend 'gorrr', en een schel 'er-wik', ook verschillende trompetterende, grommende en kreunende geluiden.

Publicatie