Overslaan en naar de inhoud gaan

Zwarte ooievaar Ciconia nigra

Foto: Hans van der Meulen

Indeling

Ciconiidae [familie]
Ciconia [genus] (3/1)
nigra [soort]

Herkenning
95-100 cm. Lijkt in alles op ooievaar, maar verenkleed glanzend zwart, behalve witte borst, buik en onderstaart. Snavel en poten rood. Schuw en meestal solitair. Juvenielen bruiner op kop en nek, bovendelen nauwelijks glanzend; poten en snavel grijs-groen.

Verspreiding en voorkomen
Standvogel in zuidelijk Afrika en West-Spanje. Broedvogel van Zuid-Zweden en Spanje tot aan de Japanse Zee en de Zee van Ochotsk. Wintergast in grote delen van Afrika en van India tot in Oost-China en Taiwan. In Nederland een doortrekker in uiterst klein aantal.

Biotopen
Voornamelijk in ondiepe plassen te midden van besloten landschappen, op zoek naar prooi.

Voedsel
Voornamelijk vis, maar ook reptielen en amfibieën, kleine zoogdieren, kreeftachtigen en grote insecten. Foerageert wadend in water, op natte velden en in moerassen.

Eieren
Aantal eieren in legsel 3-5, meestal 4. Rondachtig, soms meer ovaal. Glad. Wit, inhoud schijnt in verse toestand groen door. Formaat 65,4 x 48,7 mm.

Geluiden
Zwijgzaam, maar op nest helder langgerekt 'tsjie lie tsjie lie'.

Publicatie