48-53 cm. Lijkt op afstand wit. Iets kleiner, gezetter en met kortere hals dan kleine zilverreiger; kenmerkende, opvallend zware 'kaken'. In broedtijd verlengde isabelkleurige sierveren aan kruin, keel en mantel. Verenkleed buiten broedtijd wit. Snavel in broedtijd geel met rode basis; poten roodachtig. 's Winters poten en snavel geelachtig. Juveniel wit, zonder verlengde sierveren en met gele snavel en geelgroene poten.
Publicatie
- Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]