Overslaan en naar de inhoud gaan

Roodpootvalk Falco vespertinus

Foto: Jankees Schwiebbe

Indeling

Falconidae [familie]
Falco [genus] (11/3)

Herkenning
29-31 cm, spanwijdte 65-75 cm. Een kleine valk met lange vleugels, in rust bijna tot punt van staart reikend. Mannetje effen zwartgrijs met iets lichtere onderdelen en kastanjebruine dijen, onderbuik en anaalstreek. Poten, washuid en oogring helder rood. Vrouwtje met rossige of isabelkleurige kruin, achterhoofd en onderdelen. Rug, vleugeldekveren en staart blauwgrijs met zwarte dwarsstreping; kin, keel, achterste deel van wangen en voorhoofd witachtig; oogvlek en snorstreep donker. Juveniel lijkt op boomvalk maar met lichtere bovendelen, staart met zwaardere dwarsstreping, bleek voorhoofd, witte kopzijden, zwarte oogvlek en minder sterk getekende onderdelen. Poten, klauwen, washuid en oogring geel. Jaagt vaak 's avonds laat.

Verspreiding en voorkomen
Broedt van Zuid-Finland en Servië tot in Centraal-Rusland. Trekt in de winter naar zuidelijk Afrika. In Nederland een doortrekker in uiterst klein aantal.

Biotopen
Allerlei soorten open terrein met verspreide bomen, bijvoorbeeld heide, weidegronden met verspreide bosjes, vennen en venen, moerassen, boomgaarden, agrarische gebieden.

Voedsel
Jaagt 'biddend' en laat zich op prooi vallen; vangt ook insecten in de vlucht. Eet vrijwel uitsluitend insecten, maar vangt ook kleine zoogdieren (vooral veldmuizen), hagedissen, kikkers en kleine vogels.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-4, soms 2-6. Rondachtig tot kort ellipsvormig. Glad, niet glanzend. Wit of licht geelbruin. Verschillend getekend, gevlekt of geheel vervaagd door donker roodachtig-bruin. Formaat 36,8 x 29,2 mm.

Geluiden
Een scherp 'chi-chi-chi', hoger dan van torenvalk.

Publicatie