40-48 cm, spanwijdte 95-110 cm. Mannetje met bleekgrijze kop, bovendelen, staart en vleugels; zwarte handpennen vormen wigvormig paneel aan eind van boven- en ondervleugel. Onderdelen en ondervleugel wit; stuit grijs. Vrouwtje en juveniel lijken sterk op grauwe kiekendief, maar jonge steppekiekendief met ongestreepte kastanjekleurige onderdelen en ondervleugeldekveren, achterrand aan onderzijde van handpennen onduidelijk (scherper afgescheiden bij grauwe) en van onderen lijken armpennen donkerder dan handpennen, heeft diffuse en smalle bleke banden over onderzijde van armpennen, die smaller worden naar het lichaam toe (bij grauwe zijn banden duidelijker en is achterste band breder dan eindband). Ondervleugeldekveren minder duidelijk gestreept, kop en borst duidelijker gestreept dan buik (bij grauwe ongeveer gelijk), kop met duidelijke witte nekband, smalle witte wangvlek en grote donkere vlek op oorstreek (grauwe heeft minder duidelijke roestkleurige kraag en grotere bleke vlek rond oog, vlek op oordekveren meer geïsoleerd) en egalere bovenvleugel (grauwe heeft blekere vleugels met donkere band over armpennen). Juveniel hoofdzakelijk ongestreept roestkleurig, met donkere armpennen en uitgesproken gezichtspatroon. Lijkt veel op grauwe.
Publicatie
- Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]