Overslaan en naar de inhoud gaan

Sperwer Accipiter nisus

Foto: Hans van der Meulen

Indeling

Accipitridae [familie]
Accipiter [genus] (2/2)
nisus [soort]

Herkenning
28-38 cm, spanwijdte 60-75 cm. Verschilt van andere kleine roofvogels door combinatie van brede, afgeronde vleugels en lange staart met vierkant uiteinde. Adult met gebandeerde, niet gestreepte, onderdelen en lange, gele poten. Vrouwtje aanzienlijk groter dan mannetje. Mannetje met donker leigrijze bovendelen, roodbruine wangen, soms een wittige plek op achterhoofd, fijn roodbruin gebandeerde onderdelen en grijze staart met 4-5 dwarsbanden. Vrouwtje met donker bruingrijze bovendelen, witachtige wenkbrauwstreep, bruin gebandeerde onderdelen. Juveniel bruin met bruin gestreepte onderdelen. Jaagt door snel over heggen of langs bosranden te vliegen, kleine vogels bij verrassing grijpend; achtervolgd prooi ook in open terrein.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Europa en Noord-Azië. Noordoostelijke populaties overwinteren in Zuidoost-Europa, Noord-Afrika en Zuid-Azië. Nederlandse populatie is standvogel.

Biotopen
Nestelt in bos en parklandschap.

Voedsel
Grijpt prooi bij verrassing gedurende lage vlucht langs heggen, bosranden of struikgewas. Plukt prooi op lage plukplaats of op een hoge tak. Vangt vrijwel uitsluitend vogels, met name zangvogels.

Eieren
Aantal eieren in legsel 4-5, soms 2-7. Rondachtig. Niet glanzend. Blauwachtig-wit. Verschillend getekend met onregelmatige donkerbruine vlekken, stippen en strepen, soms als een krans rond de dikke pool, of een donkere kap. Formaat 39,8 x 31,8mm.

Geluiden
Algemeenste roep in broedtijd is een snel 'kek-kek-kek'.

Publicatie