Natte moerasvegetaties met lage moerasplanten met smalle bladeren, zoals zeggen, biezen en russen, in water dat niet dieper is dan 30 cm. Oevers van meren en rivieren, ondergelopen weilanden en soms ook bij vennen. Het is belangrijk dat er een brede gordel met geschikte plantengroei aanwezig is. Broedt ook in nat grasland, in soms hele kleine gebieden. Ook in verlande sloten.
Publicaties
- Vogelgids (Vogelbescherming Nederland). [link]
- Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]