Overslaan en naar de inhoud gaan

Kwartelkoning Crex crex

Foto: Rob Versteeg

Indeling

Rallidae [familie]
Crex [genus] (1/1)
crex [soort]

Herkenning
27-30 cm. Zeer moeilijk te observeren vanwege stiekeme, deels nachtelijke levenswijze. Aanwezigheid wordt gewoonlijk alleen in voorjaar verraden door onmiskenbare zang van mannetje. Bovendelen grijsbruin, zwarte veercentra vormen enigszins een lijnenpatroon op mantel- en schouderveren. Gezicht en keel blauwgrijs, bruine teugel en oorstreek; borst vuilbruin, flanken en onderstaart roodbruin, dwars gestreept. Helder kastanjebruine vleugels zeer opvallend in vlucht. Juveniel lijkt op adult, maar valer, onderdelen witter.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Oost-Europa en het Aziatische deel van Rusland. Overwintert in Zuidoost-Afrika. In Nederland zeer schaarse broedvogel, wegtrekkend.

Biotopen
Rijke, vaak drassige, graslanden, jonge graangewassen, uiterwaarden.

Voedsel
Kleine ongewervelden, vooral insecten, maar ook, in mindere mate, plantaardig materiaal en slakken. Pikt voedsel van de grond of van planten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 8-12, soms 6-14. Buikig. Glad. Licht groenachtig-grijs of roodachtig-geelbruin getint. Met roodachtig-bruine, purperen en grijze stippen en vlekken. Formaat 37,4 x 26,8 mm.

Geluiden
Gedurende broedseizoen zingt het mannetje langdurig, voornamelijk in schemer en 's nachts; zang een raspend, eindeloos durend 'krp krp'.

Publicatie