Overslaan en naar de inhoud gaan

Grote trap Otis tarda

Foto: Jaap Denee

Indeling

Otididae [familie]
Otis [genus] (1/0)
tarda [soort]

Herkenning
75-105 cm. Valt op door groot en zwaar lichaam en lange, dikke nek en poten. Mannetje heeft asgrijze kop en nek en lange witte snorveren; bovendelen zandkleurig en sterk zwart gestreept; borst roomgeel, overgaand in kastanjebruine band op onderborst en basis van nek; onderdelen wit. Bovenstaart kaneelkleurig met zwarte subterminale band en witte eindband; onderstaart wit met zwarte band. Gesloten vleugels lichtgrijs; in vlucht lijken vleugels geheel wit met zwarte handpennen. Vliegt met gestrekte nek; loopt langzaam en bedachtzaam. Vrouwtje kleiner en slanker dan mannetje, maar overlapt in grootte met onvolwassen mannetjes.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel in delen van zuidelijk en westelijk Rusland, Oekraïne, Turkije, Kazachstan, Mongolië en noordelijk China. Standvogel in Centraal- en Oost-Europa, het Iberisch Schiereiland, Noord-Marokko en gebieden in Zuidwest-Azië. Wintergast in het oostelijk Middellandse Zeegebied, delen van Zuidwest-Azië en kleine delen van Centraal-Azië en Oost-China. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor op open graslanden en extensieve, rustige landbouwgronden.

Voedsel
Eet plantendelen en ongewervelden. Graast langzaam lopend, jaagt soms een prooi na. Voedsel bestaat uit jonge scheuten, bladeren, bloemen en zaden van allerlei planten, insecten en, in mindere mate, wormen, slakken en andere kleine ongewervelden.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 2-3, soms 4. In het zuiden zijn de legsels groter. Buikig tot langwerpig. Glad en betrekkelijk glanzend. Lichtgrijs, grijsachtig-olijf, groenachtig, olijfbruin of olijfgroen. Met grote, vaak verlengde, lichtbruine, donkerbruine of grijze vlekken. Formaat 79,4 x 56,8 mm.

Geluiden
Zwijgzaam. In broedtijd soms een laag en nors geblaf.

Publicatie