Overslaan en naar de inhoud gaan

Haakbek Pinicola enucleator

Foto: Berry van der Hoorn

Indeling

Fringillidae [familie]
Pinicola [genus] (1/0)
enucleator [soort]

Herkenning
20 cm. Lijkt oppervlakkig op grote kruisbek. Mannetje karmijnrood, met zwarte vleugels en staart, donkere vlekken op rug, witte buik en anaalstreek. Twee witte vleugelstrepen en witte randen aan tertials; staart gevorkt. Snavel zwaar en donker met haakpunt. Vrouwtje als mannetje maar geelgroen in plaats van rood. Meestal in kleine troepen. Hipt vaak over de bodem of zit in boomtop. Golvende vlucht.

Verspreiding en voorkomen
Standvogel in Alaska, Canada, de Rocky Mountains, noordelijk Scandinavië en noordelijk Azië. Wintergast in Centraal-Canada en de noordelijk Verenigde Staten, zuidelijkere delen van Scandinavië, West-Rusland en Noordoost-China. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor in oude sparren- en gemengde bossen, vaak met besdragende struiken als ondergroei.

Voedsel
Voornamelijk zaden, knoppen, scheuten en vruchten, 's zomers ook insecten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4, soms 3-5. Buikig. Glad en matig glanzend. Diep helder blauw. Schaars gespikkeld en gevlekt met flinke zwarte en purperachtig-bruine spikkels en kleine vlekjes, en kwistiger getekend met lichtlila of purperachtige spikkels. Dikwijls het sterkst getekend aan de stompe pool. Formaat 26,1 x 17,7 mm.

Geluiden
Roep 'tjuliwu' en 'toei'. Zang een aaneenrijging van roepen.

Publicatie