Het broedgebied van Kruisbekken omspant de complete naaldbosgordel van het Euraziatische continent. In dit reusachtige broedgebied gedraagt de soort zich nomadisch. Vestiging en jongenproductie zijn erratisch, omdat de zaadzetting van naaldbomen pieken en dalen kent. In mastjaren brengen veel paren veel jongen groot, wat bij de daaropvolgende ineenstorting van het zaadaanbod zorgt voor grootscheepse verplaatsingen tot in West-Europa (Newton 1972). De aantalsschommelingen in Nederland worden gedicteerd door volksverhuizingen elders in Eurazië.
Bron
Auteur(s)
Bijlsma, R.G.
Publicatie
- SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5: 1-584. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.