Overslaan en naar de inhoud gaan

Oeverzwaluw Riparia riparia

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Hirundinidae [familie]
Riparia [genus] (1/1)
riparia [soort]

Herkenning
12 cm. Kleinste zwaluw, makkelijk herkenbaar aan bruine bovendelen en borstband, witte keel en overige onderdelen, donkere ondervleugels en ondiep gevorkte staart. Kleiner dan Boerenzwaluw met ondieper gevorkte staart; verschilt van Huiszwaluw door ontbreken van witte stuit en bruine, niet glanzend blauwzwarte, bovendelen. Vlucht minder krachtig dan van Boerenzwaluw. Vaak in grote groepen, met name nabij kolonies, maar op trek ook wel solitair. Rust buiten broedseizoen in groepen op electriciteitsdraden, takken, in riet, etc.

Verspreiding en voorkomen
Broedt op het noordelijk halfrond. Overwintert in Zuid-Amerika en Zuid-Afrika. In Nederland talrijke broedvogel, wegtrekkend, doortrekker in vrij klein aantal.

Biotopen
De oeverzwaluw komt voor in gebieden met grote open wateren en rivieren, waarlangs steilranden zijn om de nestgangen (tot wel 120 cm diep) te graven. Maar zij broeden ook in steilranden die door mensen zijn gemaakt, zoals afgravingen en zanddepots op bouwlocaties.

Voedsel
Vliegende ongewervelden. Foerageert meestal op lagere hoogte.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, soms 3-7. Buikig. Glad en zwak tot matig glanzend. Wit. Formaat 18,0 x 12,6 mm.

Geluiden
Roept droog 'drrr', 'tsjrrrt', droger en zoemender dan roep van Huiszwaluw. Zang kwetterend en zoemend, als serie aaneengeregen roepjes.

Publicatie