In tegenstelling tot de andere klauwieren is de Klapekster niet gebonden aan streken met warme zomers. Het broedareaal omvat dan ook grote delen van continentaal Europa en reikt noordelijk tot ver in Lapland. Zuidelijk wordt gebroed tot diep in Frankrijk (Centraal Massief), het Alpenvoorland en Roemenië. In Zuid-Europa komt de Zuidelijke Klapekster L. meridionalis voor, lange tijd met de Klapekster als één soort beschouwd. De broedhabitat bestaat uit hoogveengebieden, heidevelden en kap- en stormvlakten met verspreide opslag. In het zuiden van het broedareaal wordt ook genesteld in extensief kleinschalig cultuurland. De Nederlandse broedvogels zijn stand- of zwerfvogel, maar de meeste vogels die we in Nederland waarnemen zijn overwinteraars van Zweedse origine. Een Klapekster in de top van een vliegden behoort op menig Nederlands heideveld tot het klassieke winterbeeld.
Bron
Auteur(s)
Vogel, R.L.