Overslaan en naar de inhoud gaan

Citroenkwikstaart Motacilla citreola

Indeling

Motacillidae [familie]
Motacilla [genus] (9/5)
citreola [soort]

Herkenning
16,5 cm. Lijkt op gele kwikstaart. Mannetje heeft heldergele kop, keel en onderdelen, zwarte nek en donkergrijze rug. Vleugels donkergrijs met twee witte vleugelstrepen en smallere witte randen aan slagpennen en tertials; staart zwart met witte buitenste pennen. Vrouwtje als mannetje, maar minder diep geel, heeft doorgaans geen zwarte nek, koppatroon als juveniel, met grijze oordekveren. Juveniel lijkt op juveniele gele kwikstaart, maar is grijzer, heeft geen geel. Wenkbrauwstreep breder, met name voor het oog; wit van wenkbrauwstreep loopt om oorstreek heen. Donkere teugel minder duidelijk. Onderstaartdekveren wit (geel bij gele kwikstaart). Habitat en gewoonten als van gele en witte kwikstaart.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in delen van Oost-Europa, Centraal- en Oost-Azië en grote delen van Rusland. Trekt in de winter naar delen van zuidelijk Azië, van Iran tot Oost-China. Zeldzaam in Nederland.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied in de zomer voor in vochtige gebieden in toendra, steppe, gebergten, in weilanden, langs rivieroevers, etc. In de winter in open gebied langs akkers, rivieren en meren.

Voedsel
Voornamelijk ongewervelden. Foerageert als andere kwikstaarten. Vangt soms ook slakken en kleine visjes.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, zelden 6. Buikig. Glad en tamelijk glanzend. Grondkleur lichtgrijs of geelbruin. Fijn gespikkeld met grijsachtig-bruin en dof grijs, of gevlekt met lichtbruin. Formaat 19,6 x 14,5 mm.

Geluiden
Roep 'srieuw', lijkt sterk op roep van oostelijke gele kwikstaart. Zang samengesteld uit serie roepen, babbelend gekwetter vormend.

Publicatie