Overslaan en naar de inhoud gaan

Huismus Passer domesticus

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Passeridae [familie]
Passer [genus] (3/2)
domesticus [soort]

Herkenning
15 cm. Is in vele delen van de wereld ingevoerd en is waarschijnlijk talrijkste en best bekende vogel. Verspreiding sterker gebonden aan menselijke aanwezigheid dan van andere vogels. Mannetje heeft donkergrijze kruin, rossigbruine nek, zwarte bef tot op bovenborst, lichtgrijze oorstreek en onderdelen, warmbruine, zwartgestreepte bovendelen en vleugels, opvallende witte vleugelstreep, grijze stuit en donkerbruine staart; snavel zwart. Vrouwtje en juveniel minder uitgesproken gekleurd dan mannetje: bruine bovendelen met grijze waas en donkerbruine strepen, onderdelen eenkleurig grijs met beige teint. Mannetje in winter minder fraai gekleurd met minder duidelijke koptekening, bef kleiner en onduidelijker, snavel lichter met gele basis. Vrijwel altijd in groepen, zowel overdag als 's nachts (gezamenlijke overnachtingsplaats). De Italiaanse ondersoort (italiae) heeft donkerder bovendelen, lichtere onderdelen en eenkleurig bruine kopkap, als spaanse mus.

Verspreiding en voorkomen
Komt voor in een groot gebied tussen Verenigd Koninkrijk tot Oost-Rusland; van Scandinavië tot Noord-Afrika, Midden-Oosten en Indië. In Nederland uiterst talrijke broedvogel, jaarrond aanwezig.

Biotopen
Vrijwel uitsluitend nabij menselijke nederzettingen. Kan buiten broedseizoen soms ver van menselijke bebouwing worden aangetroffen.

Voedsel
Omnivoor; foerageert op de grond. Eet allerlei soorten zaden, vruchten, kleine ongewervelden en menselijk afval.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-5, soms tot 8. Buikig. Glad en slechts enigszins glanzend. Wit of zwak groenachtig of grijsachtig; zeer verschillend getekend met spikkels of kleine vlekjes in grijs, blauwgrijs, groenachtig-grijs, purperachtig-grijs, zwart, bruin of minder gevlekt en lijkt witter. Zelden ongetekend. Formaat 22,5 x 15,7 mm.

Geluiden
Luidruchtig; roep luid 'tsjilp' en variaties hierop.

Publicatie