Overslaan en naar de inhoud gaan

Sprinkhaanzanger Locustella naevia

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Locustellidae [familie]
Locustella [genus] (5/2)
naevia [soort]

Herkenning
13 cm. Kleine gestreepte vogel, meestal buitengewoon moeilijk te zien te krijgen. Bovendelen bruin, zwart gevlekt en gestreept op kop en bovendelen, op rug zwarte strepen. Onderdelen bleker, met bruine flanken en witte buik. Borst vaak fijn gestreept. Staart breed en afgerond. Onduidelijke wenkbrauwstreep. Niet schuw, soms zelfs nieuwsgierig, maar door teruggetrokken levenswijze zeer moeilijk te zien te krijgen. Leeft vlakbij en op de grond in dichtbegroeide gebieden, zingt ook vanaf lage zangpost in dichte vegetatie. Vlucht laag, zwak en met korte rukjes, meestal slechts over korte afstanden. Zingt ook 's nachts.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel in Europa, met uitzondering van zuidelijk Europa, in Rusland, de Kaukasus en delen van Centraal-Azië. Trekt in de winter naar kleine gebieden in West- en Oost-Afrika en India. In Nederland een vrij talrijke broedvogel, wegtrekkend, doortrekker in vrij klein aantal.

Biotopen
Rietvelden, moerassen en andere drassige gebieden met voldoende dekking. Komt echter ook op drogere plaatsen voor, zoals in vochtige heideterreinen en in de duinen.

Voedsel
Ongewervelden, die voornamelijk opgespoord worden op de grond of in lage vegetatie.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 6, soms 4-7. Buikig. Glad en glanzend. Wit. Fijn en vaak dicht gespikkeld, violetachtig en lila, of violetbruin, vaak zo dicht dat de hele schaal getint is; meestal met een dichtere, donkerder kap of krans aan de stompe pool. Zeldzamer met witte ondergrond en schaarsere grotere spikkels. Formaat 18,1 x 13,8 mm.

Geluiden
Roep 'pwit' of 'pit'. Zang hoog, eindeloos durend en monotoon 'rrrrrrrrrrrrr', langer aangehouden dan snor en zo hoog dat met name oudere mensen het vaak niet meer horen.

Publicatie