Herkenning
21 cm. Adult onmiskenbaar. Lijkt op spreeuw in silhouet en gewoontes. Adult met zwarte kop, vleugels en staart en met roze boven- en onderdelen. Poten roze, snavel geel met zwarte basis. Adult mannetje heeft paarse glans op kop, groene glans op vleugels en opvallende kuif. Vrouwtje heeft minder glans, kortere kuif, minder diep roze kleur en minder zwarte snavelbasis. Juveniel bleekbruin, lijkt op juveniele spreeuw maar heeft opvallende bleekbruine stuit, een steviger, gele snavel en heeft geen donkere oorstreek. In West-Europa meestal samen met spreeuwen.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel van Noord-Macedonië tot Oost-Kazachstan en Afghanistan. Trekt in de winter naar India en Sri Lanka. In Nederland een doortrekker in uiterst klein aantal.

Biotopen
Voornamelijk in open landschappen, maar vaak ook in tuinen.

Voedsel
Eet in broedseizoen grote insecten, vooral sprinkhanen; buiten broedseizoen vooral zaden en vruchten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 5-6, zeldzamer 3-9. Buikig. Glad en zeer glanzend. Zeer licht helder blauw, lichter en glanzender dan die van de spreeuw. Formaat 28,7 x 21 mm.

Geluiden
Roep en zang lijken op die van spreeuw, maar zijn harder en muzikaler.

Publicatie

• Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]