Herkenning
14 cm. Lijkt op gekraagde roodstaart in bouw en formaat. Mannetje diep blauw op kop, bovendelen en staart, met blekere lichtblauwe stuit. Keel wit, borst en onderdelen grijs met donkere onduidelijke strepen, flanken oranje. Vrouwtje is bruin waar mannetje blauw is, heeft opvallende witte oogring, blekere blauwe stuit en donkerblauwe staart. Juveniel gevlekt als juveniel roodborst. Schuw. Trekt en wipt voortdurend met vleugels en staart.

Verspreiding en voorkomen
Broedt van oostelijk Scandinavië tot in Japan. Trekt in de winter naar Zuidoost-China en Zuidoost-Azië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor in afgelegen, dichte en vochtige naald- en gemengde wouden met ondergroei.

Voedsel
Voornamelijk ongewervelden, maar ook vruchten en zaden. Zoekt voedsel in bomen, maar komt ook regelmatig op de grond.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-5, zelden 7. Buikig. Glad en enigszins glanzend. Wit. Effen of gespikkeld en fijn gevlekt met licht en vaak zwak roodachtig-bruin of purperachtige tekening, meestal meer naar de stompe pool, waar ze een opvallende krans vormen. Formaat 17,8 x 13,5.

Geluiden
Roep 'tik' als roodborst en 'huiet'. Zang luid, heeft wat van lijster of gekraagde roodstaart.

Publicatie

• Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]