Overslaan en naar de inhoud gaan

Buidelmees Remiz pendulinus

Foto: Kees Venneker

Indeling

Remizidae [familie]
Remiz [genus] (1/1)
pendulinus [soort]

Herkenning
11 cm. Klein met zwarte puntige snavel, grijswitte kop met zwart masker, kastanjebruine rug, witte onderdelen en gevorkte staart. Vleugels zwart, grijs en kastanjebruin. Geslachten vrijwel identiek, maar vrouwtje heeft iets minder uitgebreid masker en iets blekere bovendelen. Juveniel zonder masker. Meestal moeilijk te zien en alleen te horen. Vlucht golvend of met rukjes, gelijk aan die van pimpelmees. Het grote nest, gemaakt van wilgenpluis en spinnewebben, wordt opgehangen aan dunne tak aan buitenzijde van boom.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel van Noordwest-Europa tot in Oost-Kazachstan en Rusland. Standvogel in verspreide gebieden van Spanje tot in Noord-Iran. Wintergast voornamelijk in gebieden in Zuidwest- en Centraal-Azië en het Iberisch Schiereiland. In Nederland een zeer schaarse broedvogel, wegtrekkend.

Biotopen
Moerassen en langs water met bomen, met name bij wilgen. Plekken op de overgang van ooibos naar rietland, maar ook bij wilgen- of berkenstruweel dichtbij (recreatie)plassen of zandopspuitingen.

Voedsel
Insecten en zaden.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 6-8, soms 5-10. Buikig. Glad en niet glanzend. Wit; kunnen als ze pas gelegd zijn een roze gloed hebben. Formaat 15,5 x 10,5 mm.

Geluiden
Meesachtig 'sisisi' en karakteristiek smeltend 'sieieieieie', langer en dunner dan van rietgors.

Publicatie