Overslaan en naar de inhoud gaan

Kramsvogel Turdus pilaris

Foto: Marcel Holtjer

Indeling

Turdidae [familie]
Turdus [genus] (10/4)
pilaris [soort]

Herkenning
26 cm. Makkelijk herkenbaar: de enige lijster in het gebied met duidelijk contrast tussen kop, rug, stuit en staart. Adult heeft blauwgrijze kop en nek met zwarte streepjes en met zwarte rand rond oorstreek; mantel, schouderveren en kleine dekveren warm kastanjebruin met fijne zwarte vlekjes; rug en stuit blauwgrijs, staart zwart, overige vleugelveren zwartbruin met grijze randen op buitenvleugel en rossige randen op binnenvleugel. Onderdelen wit met zwarte vlekken (behalve midden op buik) en met gouden waas op borst en flanken; ondervleugels wit. Vanaf onderborst naar flanken toe krijgen de ronde vlekken een duidelijke V-vorm. Juveniel zonder duidelijke contrast van adult (behalve de grijze stuit, die contrasteert met zwarte staart); kop bruin met grijze grondkleur, 'zadel' minder duidelijk dan bij adult; onderdelen zwaar gevlekt, maar vlekken worden vager vanaf flanken naar achteren toe en missen de V-vorm.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel in Scandinavië, Rusland en noordelijke gebieden in Kazachstan en Mongolië. Standvogel in grote delen Europa, van Zuid-Noorwegen en Frankrijk tot in West-Rusland. Wintergast in delen van Noordwest-Europa en van Spanje tot West-Kazachstan en Oezbekistan. In Nederland een uiterst schaarse broedvogel, wegtrekkend, doortrekker en wintergast in zeer groot aantal.

Biotopen
In halfopen cultuurlandschap met vochtige graslanden en met boomgroepen, voornamelijk in Limburg, de Achterhoek en Twente. In het noorden ook in kleinere gebieden met bomen in ruig, open landschap. Zoekt naar voedsel in bossen, tuinen, parken en bij weilanden

Voedsel
Allerlei ongewervelden en vruchten, buiten broedseizoen vooral bessen en andere vruchten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 5-6, soms 3-8. Buikig. Glad en glanzend. Zeer verschillend en herinneren soms aan de eieren van de merel en de beflijster. Lichtblauw. Met roodachtig-bruine tekens, die vaak erg klein en overvloedig zijn en een groot deel van de schaal bedekken en gedeeltelijk de grondkleur verduisteren. Soms is de tekening schaars, of met zwaardere vlekken, schaarser verspreid en soms een kap vormend aan de stompe pool. Formaat 29,1 x 21,3 mm.

Geluiden
Roep knarsend 'whie' en kenmerkend snel 'tsjaktsjaktsjak'. Zang babbelende mengelmoes, vermengd met roepen.

Publicatie