11,5 cm. Moeilijk te onderscheiden van glanskop, afgezien van geluid. Kruin, nek en keel zwart, bovendelen bruin of grijsbruin, witte wangen, onderdelen wit met beige flanken. Verschilt van glanskop door geluid, lichte vleugelvlek (gevormd door lichte randen aan handpennen), dofzwarte kopkap (glanzend in glanskop) en de iets grotere bef die minder scherp is afgescheiden van witte onderdelen. Ziet er soms iets 'donzig', minder 'netjes' uit dan glanskop. Juvenielen vrijwel niet te onderscheiden. In de winter vaak in rondzwervende mezenzwermen. Maakt eigen nestholte, een unieke eigenschap onder de mezen.
Publicatie
- Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]