Overslaan en naar de inhoud gaan

Wielewaal Oriolus oriolus

Foto: Kees Venneker

Indeling

Oriolidae [familie]
Oriolus [genus] (1/1)
oriolus [soort]

Herkenning
25 cm. Mannetje onmiskenbaar: helder geel verenkleed en zwarte teugel, vleugels en staart; punten van buitenste staartpennen geel. Vrouwtje en juveniel gelijk, hoewel vrouwtje helderder gekleurd is: bovendelen, flanken en anaalstreek groenig geel; vleugels en staart donkerder en groener; overige onderdelen roomkleurig met vage gele waas en fijn grijs gestreept. Meer gehoord dan gezien, leeft verborgen in gebladerte van boomkruinen. Vlucht zwaar en golvend. Meestal alleen of in paren, maar op de trek soms in groepen.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in een gebied van Europa tot Mongolië, van Finland tot de Zwarte Zee. Overwintert met name in Zuid-Afrika. In Nederland vrij schaarse broedvogel, wegtrekkend.

Biotopen
Boombewoner met voorkeur voor beboste gebieden met voornamelijk loofbos. Bouwt nest in een takvork.

Voedsel
Voornamelijk insecten, maar na de broedtijd ook aanzienlijke hoeveelheden vruchten.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-4, zelden 6. Buikig, glad en glanzend. Wit, crème-achtig of met een zwakke roze gloed. Bezet met schaarse krachtige purperbruine of zwarte vlekjes, vaak geconcentreerd aan de stompe pool, vertonen soms vervagende roze-achtige randen. Formaat 30,8 x 21,3 mm.

Geluiden
Zeer karakteristiek: gebruikelijke roep is een vloeiend, helder, fluitend 'wiela-wieoo'. Bij alarm een rauw, gaaiachtig 'skaah' en andere krassende geluiden.

Publicatie