Voorkomen
Status | Incidenteel/Periodiek. Minder dan 10 jaar achtereen voortplanting en toevallige gasten. (1b) |
Habitat | land zoet |
Referentie | Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000 |
De Waterspreeuw is aangepast aan een leven langs snelstromende, zuurstofrijke wateren. Dergelijke habitat treffen we nauwelijks aan in de Noordwest-Europese laagvlakte inclusief Nederland, waar de soort dan ook schittert door afwezigheid. De dichtstbijzijnde populaties, die de Midden-Europese ondersoort C. c. aquaticus (Roodbuikwaterspreeuw) betreffen, vinden we in de Ardennen, de Eifel en andere heuvellandschappen en middengebergtes in Duitsland. Verslechtering van de waterkwaliteit leidde hier midden 20e eeuw tot afgenomen aantallen, maar dankzij verbeterde waterkwaliteit en, lokaal, aanbod van kunstmatige nestgelegenheid trad herstel op. De Midden-Europese vogels overwinteren veelal nabij de broedplaats.
In Nederland zijn uit de 20e eeuw uit acht jaren broedgevallen uit Zuid-Limburg gemeld, naast eenmalige broedgevallen in de Achterhoek en het Rijk van Nijmegen. De meest recente broedgevallen in 1993 en 1994 vonden plaats in het zuidelijk Geuldal (Bijlsma et al. 2001). Tijdens de vorige atlasperiode werd alleen een broedpoging in Noord-Brabant gemeld, waar in 1977 nestbouw werd opgemerkt; details omtrent dit qua locatie afwijkende geval zijn echter niet bekend. Sinds 1994 werden af en toe Waterspreeuwen in de broedtijd in Zuid-Limburg opgemerkt, maar konden broedgevallen niet worden aangetoond. Gezien de schaarste aan geschikte broedhabitat is de kans op een blijvende (her)vestiging in ons land gering.
Bron
Auteur(s)
Vergeer, J.-W.
Publicatie
- SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5: 1-584. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.