Voedsel
In de zomer voornamelijk insecten en ander klein gedierte, 's winters zaden. Foerageert op kale grond of tussen vegetatie.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 3-4, zo nu en dan 1-6. Buikig. Glad en tamelijk glanzend. Verschillend van kleur: grijsachtig- of geelbruinachtig-wit met roodbruine, bruine, olijfkleurige of violetgrijze vlekjes, en enige zwakkere tekentjes. Tekening varieert van overvloedige kleine spikkels tot grotere schaarsere vlekken en kan in een krans om de stompe pool liggen. Tekening ontbreekt zelden. Formaat 21,6 x 16,4 mm.
Publicatie
- Harrison, C. & Taapken, J. 1977. Elseviers broedvogelgids: nesten, eieren en jongen van alle in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten broedende vogels. Elsevier.