Overslaan en naar de inhoud gaan

Sneeuwuil Bubo scandiacus

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Strigidae [familie]
Bubo [genus] (2/0)
scandiacus [soort]

Herkenning
53-66 cm. Vrouwtje groter dan mannetje. Enorme, hoofdzakelijk witte uil zonder oorpluimen. Adult mannetje grotendeels wit, met enkele zwarte vlekjes op rug en bovenvleugels. Vrouwtje zwaarder gestreept op kruin, nek, bovendelen, stuit en staartveren. Iris geel. Poten en tenen geheel bevederd, alleen zwarte nagels kaal. Flappende vlucht, onderbroken met glijvluchten. Ronde vleugels. Zit op de grond of op rotsen.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in uiterst noordelijk Alaska, Canada, Groenland, Scandinavië en Rusland. Trekt in de winter naar zuidelijk Alaska en naar Canada, West-Groenland, IJsland, Scandinavië, de Balkan, Rusland en oostelijk Kazachstan. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor op arctische toendra.

Voedsel
In broedseizoen voornamelijk lemmingen, indien aanwezig. Buiten broedseizoen diverse zoogdieren en vogels.

Eieren
Aantal eieren in legsel, afhankelijk van de voedselpositie verschillende legsels, meestal 4-10, soms tot 15. Kort ellipsvormig tot buikig. Glad en enigszins glanzend. Wit. Formaat 57,4 x 45,2 mm.

Geluiden
Voornamelijk in het broedseizoen, 'hoe', 'krao', 'krak', etcetera.

Publicatie