Overslaan en naar de inhoud gaan

Dwergooruil Otus scops

Indeling

Strigidae [familie]
Otus [genus] (1/0)
scops [soort]

Herkenning
19 cm. Klein grijs of roodbruin uiltje met fijne zwarte vlekjes en streepjes. Rij witte vlekken op schouderveren. Lange oorpluimen als ransuil. Iris geel. Zit vaak rechtop, maar in donker soms moeilijk van steenuil te onderscheiden. Kop echter kleiner, staart langer en minder golvende vlucht. Moeilijk te zien te krijgen vanwege nachtelijke levenswijze; wordt meestal alleen gehoord.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in de zuidelijke helft van Europa, Noord-Afrika, van Oekraïne tot in Noord-Mongolië en van Oost-Kazachstan tot in Iran. Trekt in de winter naar tropisch Afrika, van Senegal en Liberia tot in Somalië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor in half-open gebieden met verspreide bomen, bij dorpen, in parken, in palmgaarden.

Voedsel
Voornamelijk grote insecten, maar ook kleine vogels, reptielen, zoogdieren.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, soms 3-6. Kort ellipsvormig tot rondachtig. Glad en enigszins glanzend. Wit. Formaat 31,3 x 27,0 mm.

Geluiden
Monotoon 'tju', als vroedmeesterpad.

Publicatie