Overslaan en naar de inhoud gaan

Smient Anas penelope

Foto: Wijnand van Buuren

Indeling

Anatidae [familie]
Anas [genus] (21/7)
penelope [soort]

Herkenning
45-51 cm. Mannetje met kastanjebruine kop, bruingeel voorhoofd en kruin, fijn gestreepte grijze rug en flanken, roze-bruine borst en zwarte onderstaart; onderzijde wit. In vlucht opvallend wit gedeelte op voorvleugel, spiegel donkergroen, breed omrand met zwart. Vrouwtje verschilt van wilde eend door kleiner formaat, kleinere grijze snavel, rondere kop, puntige staart en rossiger verenkleed, witte buik, donkere spiegel met groene glans, ingeklemd tussen witte strepen. In vlucht zijn witte voorvleugel, witte buik en puntige staart kenmerkend. Mannetje in eclipskleed lijkt op vrouwtje maar met donkerder bovendelen en kruin, roodbruiner flanken en witte voorvleugel. Snavel blauwgrijs met zwarte punt; poten grijzig of geelbruin. Juveniel als vrouwtje, maar doffer.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Noord-Europa. Overwintert in Zuid-Europa, Noord-Afrika en Azië. Een deel van de populatie is wintergast in Nederland.

Biotopen
In broedseizoen ondiep, open zoet water in laagland. 's Winters veelal op zee en langs modderige kusten en riviermondingen; overwintert ook op meren en ondergelopen grasland in binnenland en vliegt regelmatig naar graslanden om voedsel te zoeken.

Voedsel
Graast op grasland in troepen, of pikt hoofdzakelijk plantaardig voedsel van wateroppervlak.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 7-8, zelden 6-11. Buikig tot ovaal. Glad. Crémekleurig. Formaat 53,9 x 38,3 mm.

Geluiden
Roep van mannetje een kenmerkend, verdragend gefluit: 'wieuw'. Vrouwtje een snorrend of krakend gekwaak.

Publicatie