Overslaan en naar de inhoud gaan

Tafeleend Aythya ferina

Foto: Kees Venneker

Indeling

Anatidae [familie]
Aythya [genus] (8/3)
ferina [soort]

Herkenning
42-49 cm. Lang, schuin oplopend voorhoofd met hoge kruin. Mannetje met egaal kastanjerode kop en nek, contrasterend met gespikkeld lichtgrijs lichaam en zwarte borst, onder- en bovenstaart. In vlucht met brede, bleekgrijze streep over bovenvleugel, contrasterend met donkergrijze voorvleugel. Snavel donkergrijs met brede bleek blauwgrijze band over midden, snavelpunt zwart. Vrouwtje gelig bruin, met donkerbruine kruin en grijze plekken rond snavelbasis, op wangen en keel. Rug, schouders en zijden grijsbruin gespikkeld; snavel als bij mannetje maar minder helder. Mannetje in eclipskleed als vrouwtje maar bovendelen grijzer. Juveniel als vrouwtje maar bovendelen minder grijs gespikkeld.

Verspreiding en voorkomen
Broedvogel van zuidelijk Scandinavië en Duitsland tot in oostelijk China en Rusland. Standvogel in delen van Noordwest- en Zuidoost-Europa. Wintergast in West- en Zuid-Europa, Noord- en Oost-Afrika, en delen van Zuidwest, Zuid- en Oost-Azië. In Nederland een vrij schaarse broedvogel, jaarrond aanwezig, doortrekker en wintergast in vrij groot aantal.

Biotopen
In broedseizoen op open water van meren, grote vijvers met drijvende vegetatie en voldoende aanbod van plantaardig en dierlijk voedsel, bij voorkeur met voldoende dekking. Buiten broedtijd in groepen op open, bij voorkeur zoet water.

Voedsel
Zoekt duikend voedsel tot op 2,5 m diepte, maar foerageert ook met alleen kop en nek onder water, en grondelend. Eet zaden, wortelstokken, knoppen, loten en bladeren van waterplanten, ook dierlijk voedsel zoals garnaaltjes, schelpdieren, wormen, insecten en kikkervisjes.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 6-11, zo nu en dan tot 18. Elliptisch tot buikig. Glad maar niet glanzend. Lichtgroenachtig tot groenachtig-grijs, soms met geelbruine tint. Formaat 60,7 x 44,2.

Geluiden
Zwijgzaam. Vrouwtje heeft een grommend geluid.

Publicatie