40-47 cm. Bij mannetje contrasteren helder witte flanken en buik sterk met zwart van overig verenkleed. Lange, zwarte, afhangende kuif op achterhoofd, op afstand niet altijd zichtbaar. Vrouwtje met donkerbruine bovendelen, roodbruine wangen en nek; flanken geelbruin, buik roodbruin en borst donkerbruin, gevlekt met geelbruin; rudimentaire kuif. 's Winters heeft vrouwtje witte buik en witte vlek rond snavelbasis. Snavel grijsblauw met zwarte punt, poten lichtblauw. Beide sexen hebben in vlucht een brede, witte band langs achtervleugel. Juveniel en mannetje in eclipskleed als vrouwtje.
Publicatie
- Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]