Overslaan en naar de inhoud gaan

Fluitzwaan Cygnus columbianus

Indeling

Anatidae [familie]
Cygnus [genus] (7/2)

Herkenning
115-127 cm. Aanzienlijk kleiner en met kortere nek dan knobbel- en wilde zwaan. Lijkt op wilde zwaan maar verschilt hiervan door afgeronde gele in plaats van in een punt uitlopende tekening op snavel; vorm en uitgebreidheid van gele vlek variëren echter. Poten zwart. Juveniel lijkt op juveniele wilde zwaan maar is vaak wat grijzer en bleker. Snaveltekening van juvenielen sterk variabel, maar altijd met donkere punt en vuilroze basis.

Verspreiding en voorkomen
Broedt in Alaska en Noord-Canada. Trekt in de winter naar westelijk Noord-Amerika en kleine gebieden in het oosten van de Verenigde Staten. Zeldzaam in Nederland.

Biotopen
Broedt in zijn leefgebied op arctische toendrameren, vijvers en plassen, voornamelijk in deltagebieden. Overwintert in binnenland bij akkerlanden en nabij meren, langs rivieren, etc. Foerageert ook op kale akkers.

Voedsel
Eet vooral bladeren, wortels, knollen, loten, en ander plantaardig materiaal dat begraasd wordt door te grondelen of door op land te grazen.

Eieren
Aantal eieren in legsel 3-5, soms 2-6. Elliptisch ovaal. Niet glanzend. Crèmeachtig-wit, raakt bruin en geel gevlekt door nestmateriaal. Formaat 103 x 67 mm.

Geluiden
Tijdens foerageren maken groepen een muzikaal gansachtig gebabbel. Roep in vlucht luider, met gansachtige geluiden, maar zonder trompetgeluiden van wilde zwaan.

Publicatie