Overslaan en naar de inhoud gaan

Bastaardkikker Pelophylax esculentus

Foto: Ab H. Baas

Indeling

Ranidae [familie]
Pelophylax [genus] (3/3)
esculentus [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland zoet
ReferentieWaarnemingen overzicht 2002
ExpertCreemers, R.C.M. (RAVON)

Trend

Trend gehele periode: Matige toename
Trend laatste 10 jaar: Matige toename

Bron: RAVON, CBS (via Netwerk Ecologische Monitoring)

statusInheems (1a)
habitatland zoet
referentieRAVON 2004
expertJeroen van Delft (RAVON)
status sinds 1982Nog te bepalen
opmerkingEen taxon dat zich niet zelfstandig kan handhaven, maar een hybride is tussn R. lessonae en R. ridibunda. Populaties kunnen zich alleen door terug te kruisen handhaven, met uitzondering van triploide

Areaal

Het areaal van de bastaardkikker is vrijwel identiek aan dat van de poelkikker en strekt zich uit van Noordwest-Europa via Midden-Europa tot in Oekraïne (Gasc et al. 1997).

De soort komt niet voor in Spanje, Italië ten zuiden van het Po-dal, Griekenland en de zuidelijke Balkan. De noordgrens van het areaal loopt tot even ten noorden van Denemarken langs de zuidelijke punt van Zweden. In Engeland is de bastaardkikker geïntroduceerd.

In Noordoost-Duitsland, Denemarken en Zuidwest-Zweden bevinden zich grote populaties die alleen uit triploïde bastaardkikkers bestaan en waar geen andere groene kikkersoorten in voorkomen (Gasc et al. 1997).

Verspreiding in Nederland

De bastaardkikker komt in vrijwel geheel Nederland voor. De soort ontbreekt echter grotendeels op de Waddeneilanden, m.u.v. een uitgezette populatie op Texel. In het hoofdverspreidingsgebied van de meerkikker (Laag-Nederland) lijkt de soort niet overal aanwezig en is mogelijk sprake van zuivere meerkikkerpopulaties.

Voor 1971

Via electroforese van bloedserumproteïnen werd pas in 1976 voor het eerst vastgesteld dat in ons land twee soorten groene kikkers en de hybride voorkomen (Wijnands & van Gelder 1976). Er zijn vrijwel geen waarnemingen van voor deze periode bekend omdat nauwelijks tot geen onderscheid werd gemaakt tussen de verschillende groene kikkers. De weinige waarnemingen die wel bekend zijn, komen veelal uit museumcollecties en zijn afkomstig uit alle provincies behalve Zeeland, Utrecht, Friesland en Drenthe. Van Wijngaarden (1961) merkt op dat groene kikkers – waarschijnlijk de bastaardkikker – vroeger algemeen voorkwamen op Goeree-Overflakkee, maar dat ze zijn verdwenen sinds de watersnoodramp van 1953. Pas in de laatste periode zijn ze daar weer teruggekeerd (Mostert 2001a).

1971-1995

Uit de periode 1970 tot 1985 zijn meer waarnemingen bekend (Bergmans & Zuiderwijk 1986). Op basis van het verspreidingspatroon lijken er twee kerngebieden aanwijsbaar, één rond de IJssel en één in Limburg. Dit is echter vooral een waarnemerseffect: het aantal tot op detailniveau gedetermineerde groene kikkers is in grote delen van Nederland laag en er zijn slechts lokaal enkele deskundigen. Buiten Gelderland en Limburg zijn er vooral uit Drenthe en Noord-Brabant waarnemingen bekend. Van de Waddeneilanden, Friesland, Groningen, Flevoland, Zuid-Holland en Zeeland zijn tot en met 1995 (vrijwel) geen waarnemingen bekend.

 1996-2007

Vanaf 1996 zijn de waarnemingen toereikend om een nauwkeuriger verspreidingsbeeld van de bastaardkikker te geven. Hoewel de soort in alle provincies is waargenomen, zijn de meeste waarnemingen afkomstig uit het midden en zuidoosten van Nederland: Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Utrecht. De bastaardkikker blijkt zowel voor te komen op zandgronden in Oost-Nederland, in rivierdalen in Midden-Nederland als in het laagveen- en zeekleigebied in West-Nederland.

Er zijn (vrijwel) geen waarnemingen van bastaardkikkers uit het noordelijke deel van Noord-Holland, grote delen van Zeeland, het centrale en noordelijke deel van Friesland en Noord-Groningen. Dit suggereert dat de bastaardkikker laaggelegen delen van Nederland met een grootschalig agrarisch landschap mijdt en hier deels wordt vervangen door de meerkikker. Andere opvallende hiaten in de verspreiding van de bastaardkikker zijn de droge delen van de Veluwe, het centrale deel van Overijssel en enkele gebieden in West- en Oost-Brabant. Waarschijnlijk zijn deze gebieden te droog of gaat het grotendeels om waarnemerseffecten en is een aantal van deze gebieden niet goed geïnventariseerd of zijn de groene kikkers onvoldoende op naam gebracht.

Texel is het enige Waddeneiland waar de bastaardkikker is waargenomen. De soort is hier uitgezet in de jaren 80 en heeft zich sindsdien over de gehele zuidelijke helft van het eiland verspreid (Van Laar 2005). Vanaf midden jaren 90 is de bastaardkikker weer teruggekeerd op Goeree-Overflakkee. In 1999 wordt de soort er in 43 van de 149 onderzochte poelen aangetroffen (Mostert 2001a).

De bastaardkikker komt in zowel het verspreidingsgebied van de poelkikker als in dat van de meerkikker voor. Het verspreidingsgebied van de bastaardkikker is van de drie groene kikkers het grootst. Deze verspreiding is verklaarbaar door het bijzondere voortplantingsmechanisme van de bastaardkikker, waarbij vrijwel altijd of meerkikker of poelkikker aanwezig moet zijn, en door de geringe eisen die de soort aan zijn habitat stelt.

Trend

Lange termijn

De bastaardkikker staat niet op de Rode Lijst. De ‘groene kikkers’ (onbepaald) zijn ten opzichte van de referentieperiode (de periode voor 1950) min of meer stabiel gebleven wat betreft het aantal bezette atlasblokken (Van Delft et al. 2007). Aangenomen wordt dat hetzelfde geldt voor de bastaardkikker.

Vermoedelijk zijn de populaties echter nog lang niet op het niveau van de jaren 50. De achteruitgang die heeft plaatsgevonden is waarschijnlijk vooral veroorzaakt door de intensivering van de landbouw en de daarmee samenhangende verdroging en door verlies aan habitat en versnippering veroorzaakt door de toename van bebouwing en wegen.

Recente ontwikkeling

De trend van het groene kikker-complex binnen de amfibieënmonitoring (1997-2007) (goverse et al. 2008) kan worden gebruikt om de trend van de bastaardkikker te benaderen. Binnen de monitoring worden alle nader gedetermineerde groene kikkers (meerkikker, poelkikker en bastaardkikker) en de niet nader gedetermineerde groene kikkers aan het complex toegekend. De bastaardkikker komt verspreid over heel Nederland voor en zal ook in nagenoeg elk monitoringsgebied met groene kikkers aanwezig zijn. Met deze aanname kan worden gesteld dat de bastaardkikker een matige toename vertoont.

 

Bron

Auteur(s)

Dorenbosch, M.

Publicatie

  • Creemers, R.C.M. & J.J.C.W. van Delft 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland. Nederlandse Fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.