Net als de meeste kleine bodembewonende landpissebedden is T. helveticus niet bestand tegen kwel of inundatie, waardoor hij in uiterwaarden ontbreekt. Voor T. helveticus is verticale migratie in de bodem aangetoond. Bij droogte of vorst migreren de dieren naar diepere bodemlagen, terwijl ze bij een stijgend grondwaterpeil gedwongen zijn naar boven te kruipen. In zachte winterperioden is hij daardoor gemakkelijk te inventariseren. In droge perioden is hij ook te vinden op en onder koele, vochtige stenen in de bodem en langs betonnen beschoeiingen van bijvoorbeeld bruggen. Gedurende de broedtijd trekken de vrouwtjes zich vaak dieper in de bodem terug. Hij wordt vaak samen aangetroffen met Haplophthalmus mengii, Trichoniscus pusillus, en Hyloniscus riparius.
Bron
Auteur(s)
Wijnhoven, H., Tempelman, D., Berg, M.P., Soesbergen, M.