Overslaan en naar de inhoud gaan

Springstaarten Collembola

Indeling

Entognatha [klasse]
(401 soorten in totaal / 272 gevestigd)
Collembola [orde] (360/265)
Arrhopalitidae [familie] (6/4)
Bourletiellidae [familie] (14/13)
Brachystomellidae [familie] (1/1)
Cyphoderidae [familie] (1/1)
Dicyrtomidae [familie] (9/7)
Entomobryidae [familie] (46/38)
Hypogastruridae [familie] (43/31)
Isotomidae [familie] (97/75)
Katiannidae [familie] (13/9)
Mackenziellidae [familie] (1/1)
Neanuridae [familie] (34/19)
Neelidae [familie] (4/4)
Odontellidae [familie] (3/3)
Oncopoduridae [familie] (1/0)
Onychiuridae [familie] (35/25)
Poduridae [familie] (1/1)
Sminthuridae [familie] (10/8)
Sminthurididae [familie] (10/7)
Tomoceridae [familie] (4/4)
Tullbergiidae [familie] (27/14)

Indeling

Entognatha [klasse]
(401 soorten in totaal / 272 gevestigd)
Collembola [orde] (360/265)
Arrhopalitidae [familie] (6/4)
Bourletiellidae [familie] (14/13)
Brachystomellidae [familie] (1/1)
Cyphoderidae [familie] (1/1)
Dicyrtomidae [familie] (9/7)
Entomobryidae [familie] (46/38)
Hypogastruridae [familie] (43/31)
Isotomidae [familie] (97/75)
Katiannidae [familie] (13/9)
Mackenziellidae [familie] (1/1)
Neanuridae [familie] (34/19)
Neelidae [familie] (4/4)
Odontellidae [familie] (3/3)
Oncopoduridae [familie] (1/0)
Onychiuridae [familie] (35/25)
Poduridae [familie] (1/1)
Sminthuridae [familie] (10/8)
Sminthurididae [familie] (10/7)
Tomoceridae [familie] (4/4)
Tullbergiidae [familie] (27/14)

Herkenning Kleine (0,5-6,5 mm), ongevleugelde bodemdiertjes met sprieten. Het lichaam is langgerekt tot bolvormig. Met de springvork aan zijn achterlijf maakt hij grote sprongen. Bij soorten die diep in de bodem leven, is de springvork gereduceerd of afwezig.

Gelijkende groepen Ze onderscheiden zich van (vleugelloze) kevers, plantenluizen en stofluizen door hun springstaart, maar die is soms afwezig of niet goed te zien.

Voorkomen Uit Nederland zijn 232 soorten bekend.

Biotopen Het meest soortenrijk in bossen, maar ook in landbouwbodems kunnen de aantallen flink oplopen. De meeste springstaarten leven tussen strooisel, in de bodem, onder schors, stenen en dood hout en in de vegetatie op bladeren en in bloemhoofdjes. Enkele soorten leven op het wateroppervlak of aan de zeekust.

Verder determineren? Zie Nederlands Soortenregister en website Jan van Duinen.