Vliegt tussen de vegetatie, vaak laag bij de grond, of zit op bladeren en bloemen van bijvoorbeeld lijsterbes, tormentil, walstro, wolfsmelk en schermbloemen (De Buck 1990, Torp 1994). In bossen is P. viduata te vinden op open plekken of langs bospaden.
De eieren zijn beschreven door Chandler (1968b). De larve wordt geassocieerd met wortelluizen op wilgenroosje en de luis Anuraphis subterranea op pastinaak (Dixon 1960, Stubbs & Falk 1983). Larven zijn in augustus gevonden bij wortelluizen (Dixon 1960) en in februari in een nest van mieren van het genus Lasius (Rotheray et al. 1996). De larve leeft wellicht samen met mieren (Speight 2001). Volgens Verlinden & Decleer (1987) volgen de generaties elkaar binnen een jaar op zonder larvale diapauze.
Bron
Auteur(s)
Steenis, J. van
Publicatie
- Reemer, M., Renema, W., Steenis, W. van, Zeegers, Th., Barendregt, A., Smit, J.T., Veen, M.P. van, Steenis, J. van & Leij, L.J.J.M. van der 2009. De Nederlandse zweefvliegen (Diptera: Syrphidae). Nederlandse Fauna 8: 1-442. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, European Invertebrate Survey - Nederland.