Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | land |
Referentie | De Nederlandse zweefvliegen (Diptera: Syrphidae) |
Expert | Steenis, W. van (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden) |
status | Inheems (1a) |
---|---|
habitat | |
referentie | Reemer et al. 2009 |
expert | Wouter van Steenis (EIS-Nederland) |
status sinds 1982 | Nog te bepalen |
Palearctisch. Van West-Europa en Noord-Afrika tot in Oost-Siberië. Heel Europa.
In heel Nederland algemeen op de zandgronden inclusief de duinen, maar in het kustgebied schaars. In sommige jaren zeer talrijk. Deze schommelingen hangen waarschijnlijk samen met het migratiegedrag en met het wisselende aantal volwassen vrouwtjes dat de winter overleeft.
Aantal generaties onduidelijk. In maart en april, soms al op zonnige winterdagen, komen de vrouwtjes tevoorschijn die in het volwassen stadium hebben overwinterd. Deze vrouwtjes zijn in de voorafgaande herfst bevrucht en als zij zich voldoende gevoed hebben leggen zij eitjes. Het aantal vrouwtjes dat de winter overleeft verschilt sterk van jaar tot jaar. De eerste generatie, waaronder ook de eerste mannetjes van dat jaar, verschijnt begin mei. De grootste aantallen zijn begin juni gevonden, maar de piek verschilt van jaar tot jaar en kan, afhankelijk van wanneer migratie optreedt, op elk moment van de zomer optreden.
Bron
Auteur(s)
Reemer, M.
Publicatie
- Reemer, M., Renema, W., Steenis, W. van, Zeegers, Th., Barendregt, A., Smit, J.T., Veen, M.P. van, Steenis, J. van & Leij, L.J.J.M. van der 2009. De Nederlandse zweefvliegen (Diptera: Syrphidae). Nederlandse Fauna 8: 1-442. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, European Invertebrate Survey - Nederland.